Maak een ode
English
Persoon op bankje met een poncho over het hoofd

Uitgelicht

(T)huisloos in de stad

Verhalen van de straat

14 feb - 1 jun 2025
Amsterdam Museum aan de Amstel

Ode aan Joke Stolp-Vreeburg | Deze sterke vrouw verdient een ode omdat zij doorzette en vocht voor haar kinderen

Door José Stolp4 juli 2024
Joke Stolp-Vreeburg

Joke Stolp-Vreeburg

Ode aan mijn moeder Joke Stolp-Vreeburg geboren 10 maart 1924 te Leiden

Ik hoorde dat je een ode aan een vrouw kon schrijven die je erg gewaardeerd hebt. Ik wil graag een ode schrijven aan mijn moeder Joke Stolp omdat zij ons onder zeer moeilijke omstandigheden niet heeft verlaten. Zij heeft ons warmte en liefde gegeven en zorgde heel goed voor ons.

Zij werd geboren op 10 maart 1924 in Leiden als jongste kind van het gezin Vreeburg van maar liefst 12 kinderen. Het hele gezin woonde boven de slagerij van mijn opa in de Haarlemmerstraat op nummer 12 in Leiden. Mijn opa werkte hard, het waren de crisisjaren voor de 2e Wereldoorlog en hij moest het grote gezin onderhouden. Mijn moeder vertelde me dat ze altijd uit school naar de winkel rende en aan haar vader vroeg: “Papa heeft u klanten gehad?” “Nee kind, zei mijn opa dan.” Het waren zware tijden en mijn moeder vertelde dat ze in de jaren dertig zo arm waren dat ze niet eens een paar nylon kousen konden kopen. 

Toen mijn moeder 16 jaar oud was brak de 2e Wereld Oorlog uit. In de hongerwinter is mijn moeder heel erg mager geworden en dat is zij haar hele leven gebleven. Ze was een mooie, lange vrouw van 1.76 cm en woog maar 48 kg. Ze werkte vanaf haar 13de jaar in de huishouding bij een rijke familie en leerde daar heel goed koken. Mijn oma zorgde ervoor dat ze ‘s avonds een coupeuse opleiding kon doen. Dat was al heel wat in die tijd, want er was geen geld om te studeren. Slechts een van de vele dochters die mijn oma had, tante Nel, kon doorleren na de lagere school. Zij werd onderwijzeres. Mijn moeder moest toen ze nog maar net als hulpje in de huishouding werkte vrijwel meteen koken voor een groot gezelschap. Dat deed ze, hoewel ze het nog nooit gedaan had en het lukte haar uitstekend. Ze was alleen een snufje zout vergeten in een van de gerechten. 

Mijn moeder kreeg de schuld en werd uitgescholden en geslagen.

Na de 2e Wereldoorlog in 1949 raakte mijn moeder in verwachting van mijn oudste zus. Haar verloofde had haar beloofd dat ze zouden gaan trouwen, maar bleek een gezin in het buitenland te hebben en had mijn moeder bedrogen. Mijn moeder stond er alleen voor, maar zij wilde haar dochter, mijn zus Marianne niet afstaan. Het was indertijd wel heel gebruikelijk om als ongehuwde vrouw je kind af te staan. Gelukkig kon zij met het gezin waar zij werkte als hulp in de huishouding mee naar Engeland samen met haar dochter. Ze heeft me verteld dat ze zich erg eenzaam gevoeld heeft in Engeland. Er was in die tijd geen telefoon en de enige manier om contact te onderhouden met familie en vriendinnen was per brief. Ze heeft daar 9 jaar gewerkt en gewoond met mijn zus Marianne. Terug in Nederland ging zij een opleiding volgen tot pedicure, manicure en schoonheidsspecialiste. 

Zij ontmoette daar een zekere Annie Stolp. Annie zei tegen mijn moeder, je moet mijn broer Bernard eens ontmoeten, want mijn moeder was nog steeds alleenstaand en wilde graag een gezin stichten. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn moeder was erg gecharmeerd van de broer van Annie, Bernard en ze besloten na een half jaar te trouwen. Omdat er woningnood was, moesten zij op kamers gaan wonen in de Pieter Langedijkstraat in Amsterdam West. Mijn vader bleek helaas niet de charmante en vriendelijke man te zijn die mijn moeder had verleidt om te gaan trouwen met hem. 

Al meteen in de eerste weken van hun huwelijk kwam zijn gestoorde karakter tot uiting. Hij schold mijn moeder uit en sloeg haar. Mijn oudste zus was tien jaar toen mijn moeder trouwde. Dit was dus haar stiefvader en zij heeft mij haar herinneringen verteld. Als jong meisje opgegroeid met alleen haar moeder was het natuurlijk erg wennen een man in huis die aandacht opeiste. Maar alle ooms en tantes vonden het een prachtige oplossing, vooral in een tijd zonder uitkeringen en toeslagen. Zij zagen alleen de buitenkant van een ietwat verlegen, teruggetrokken, intellectuele man die de zorg voor mijn moeder op zich nam en haar dochter zou adopteren. Marianne vertelde hoe deze stiefvader, liefhebber van klassieke muziek, zijn grammofoonplaten achter slot en grendel bewaarde. Als er een plaat werd opgezet, was de spanning om te snijden, want hoe vaak gebeurde het niet dat er een tik of kras in de plaat zat en de naald oversloeg. Mijn moeder kreeg de schuld en werd uitgescholden en geslagen. Ook vertelde Marianne over de kinderwagen waar zij oude kranten mee ging ophalen voor geld en dan daarna een klein beetje scheef hing. Dat was weer aanleiding voor huiselijk geweld. Als de politie aan de deur kwam na zo’n gewelddadige scene kwam het niet verder dan wat sussende woorden, een veilig ‘blijf-van-mijn-huis’ was er nog niet. Het huiselijk geweld ging gewoon door, Marianne verstopte zich op een geheim plekje achter een vervallen schuurtje. Daar heeft zij lang een schuldgevoel over gehad. Toch hield mijn moeder zich dapper staande en was inmiddels zwanger van mijn andere zus. Zij werkte parttime in een ziekenhuis, had ook nog pedicuurklanten en deed het huishouden. Zij kon prachtige kleren zelf maken, zelfs het zomer-schooluniform voor Marianne had zij zelf gemaakt. Dat was namelijk een dure aanschaf. 

Maar zij zei altijd dat een moeder nooit haar kinderen verlaat en ze heeft deze moeilijke jaren doorstaan door haar sterke en optimistische karakter.

Mijn moeder was vrijwel direct na het huwelijk in verwachting van mij en omdat zij op kamers woonden en er geen kans was op woonruimte besloten zij naar Australië te emigreren in 1960. Zij hadden een voorlichtingsavond bezocht over de emigratie naar Australië en dachten daar een goed nieuw bestaan op te kunnen bouwen. Zij vertrokken met de boot en het duurde zes weken voordat zij daar aankwamen. Zij werden opgevangen in een zogenaamd Hostel omdat ze nog geen woning hadden. Ik was een baby van 8 maanden toen mijn ouders naar Australië emigreerden. Mijn jongste zus werd 3 jaar later geboren. Helaas was de emigratie geen succes. Mijn ouders moesten keihard werken en ook hadden zij het verkeerde beroep. Mijn vader was Heilgymnastiek en masseur en kon dat werk in de kokende hitte in Australië niet volhouden. Mijn moeder  had vreselijke heimwee naar Nederland. Na 4 jaar besloten mijn ouders terug te keren naar Nederland. Zij hadden vier jaar lang gespaard voor de terugtocht per boot want de heenreis kostte slechts 100 gulden maar de terugreis was erg duur. Mijn ouders hebben het zeker 16 jaar heel moeilijk gehad toen zij uit Australië kwamen. Zij moesten weer helemaal van voor af aan beginnen met het vinden van woonruimte en werk. Hun emigratie was helaas mislukt en dat moesten ze ook verwerken. Ze woonden in een te kleine woning voor vijf personen en hadden veel te weinig inkomen. Dit gaf erg veel spanningen. Mijn moeder heeft het vooral erg moeilijk gehad want zij moest het huishouden draaiende houden en kreeg veel  te weinig huishoudgeld. Zij moest daarmee toch weer elke avond een goede maaltijd op tafel zetten. Mijn vader had psychische klachten maar er was in de jaren zestig nog geen hulp en dat wilde hij ook niet. Hij was kennelijk manisch depressief. Hij had agressieve buien en schold mijn moeder uit, sloeg haar en gaf haar dus ook veel te weinig huishoudgeld. Als kind was ik heel bang dat zij in zou storten en weg zou gaan. Maar zij zei altijd dat een moeder nooit haar kinderen verlaat en ze heeft deze moeilijke jaren doorstaan door haar sterke en optimistische karakter. Een echtscheiding kon zij niet aan, dat was een te grote stap. 

Ze werkte naast het huishouden als pedicure. Ook haar werk als schoonheidsspecialiste oefende zij uit naast het huishouden. Ik herinner me dat wij elke middag als we uit school kwamen gezellig in de keuken konden eten. We hoefden niet op school over te blijven. Mijn moeder was een uitstekend kokkin en we kregen dan ook elke avond een heerlijke maaltijd voorgeschoteld.  Diverse gezonde stampotten, hachée, draadjesvlees maar ook pannenkoeken aten wij regelmatig. Het leed achter de voordeur van onze kleine woning in Amsterdam-West was onbeschrijfelijk. Mijn moeder huilde veel en sliep slecht. Als kind probeerde ik haar zoveel mogelijk te ondersteunen en aan te horen, wat uiteraard voor een kind veel te belastend is, maar zij kon niet anders.

Als ik ergens mee zat of advies nodig had dan kon ik bij mijn moeder terecht.

Betere tijden

Gelukkig zijn er na de moeilijke jaren weer goede jaren gekomen. Mijn vader ging met vervroegd pensioen en wij, de kinderen gingen het huis uit. Doordat de spanningen afnamen werd mijn vader mild en lief tegen mijn moeder. Hij veranderde van de agressieve, onvoorspelbare man in een milde, zachtaardige man. Mijn ouders maakten samen hele mooie poppen en mijn moeder ging met een vriendin naar poppenbeurzen en heeft veel plezier daaraan beleefd. Ook gingen mijn vader en moeder samen veel op pad met de vrije reisdagen van hun treinabonnement. Ze bezochten veel exposities in musea. Elk jaar maakten zij samen een leuk busreisje en zijn zo op veel plaatsen in Europa geweest. Mijn moeder heeft ook jarenlang in een zangkoor gezongen en regelmatig opgetreden met het koor. Zij heeft hier leuke contacten aan over gehouden. Met enige regelmaat gaf zij een leuke speech aan de koorleden. Mijn moeder gaf vanaf haar 83ste tot haar 93ste  Engelse les aan twee dames uit Amsterdam Noord. Zij heeft zichzelf ook ontwikkeld door veel cursussen te doen en was heel sociaal en lief. Wat ik me ook nog herinner was dat ze altijd ineens haar mondharmonica tevoorschijn toverde op een verjaardag en dan een vrolijk lied speelde voor de aanwezigen. Mijn moeder heeft ons goed begeleid naar volwassenheid. Ik ging al jong op kamers wonen, maar at de eerste jaren nog elke avond thuis. Als ik ergens mee zat of advies nodig had dan kon ik bij mijn moeder terecht. Ik mis haar vrolijkheid en haar humor nog elke dag. In 2020 is zij overleden op 96 jarige leeftijd. Ze vertelde me dat de jaren boven de negentig niet meevielen maar ze heeft deze jaren heel moedig doorstaan en klaagde nooit. De laatste jaren van haar leven ben ik bijna elke dag naar haar toe gegaan. Dit deed ik omdat ik haar zo waardeerde en om haar te steunen. Maar ook mijn twee zussen, twee nichten en een vriendin bezochten mijn moeder regelmatig. Zij is goed verzorgd in het Verpleeghuis Nieuw Vredenburg. Zij had geluk met haar gezondheid want ze is vrijwel nooit ziek geweest en fietste nog overal naar toe tot haar 88ste en tot op deze hoge leeftijd wandelde zij nog regelmatig met mij in de Waterleidingduinen. Deze sterke vrouw verdient een ode omdat zij doorzette en vocht voor haar kinderen.

Periode

1924

Over

Ode van José Stolp aan Joke Stolp-Vreeburg.

Zij heeft moedig stand gehouden en gevochten voor haar kinderen.

Joke Stolp-Vreeburg

Joke Stolp-Vreeburg

Zij werd geboren op 10 maart 1924 in Leiden als jongste kind van het gezin Vreeburg van maar liefst 12 kinderen.

Tags

Maak een ode
  • Zien & Doen
  • Verhalen & Collectie
  • Tickets & Bezoek
  • Tentoonstellingen
  • Rondleidingen
  • Families
  • Onderwijs
  • Nieuws
  • Nieuwsbrief
  • Publicaties
  • AMJournal
  • Vrouwen van Amsterdam

Hoofdpartners

gemeente amsterdam logo
vriendenloterij logo

Hoofdpartner Educatie

elja foundation logo
  • © Amsterdam Museum 2025