Maak een ode
English
Persoon op bankje met een poncho over het hoofd

Uitgelicht

(T)huisloos in de stad

Verhalen van de straat

14 feb - 1 jun 2025
Amsterdam Museum aan de Amstel

Ode aan Margriet Scoonenbou van Hoogendorp | Een 17e-eeuwse sekswerker geeft stof tot nadenken

Door Judith Kraamwinkel3 september 2024
Het Oestereetstertje (ca. 1658-1660) van Jan Steen, collectie Mauritshuis, Den Haag

Het Oestereetstertje (ca. 1658-1660) van Jan Steen, collectie Mauritshuis, Den Haag *

Beste Margriet,

De enige bron die over jou in het Stadsarchief te vinden is, is van 1 april 1694, waar je voor de rechtbank beschrijft hoe je als prostituee in Amsterdam gewerkt hebt. Prostitutie is officieel verboden in jouw tijd, maar het beroep wordt desalnittemin volop beoefend. Je bent 'gehaald uit Het Pakhuis op de Hoerekolk (Oudezijds Kolk)', waarschijnlijk gearresteerd terwijl je daar handel zat te drijven. Je bent achttien jaar en afkomstig uit Enkhuizen. Er wordt niet vermeld wanneer je naar Amsterdam gekomen bent, of waarom je prostituee werd. 

Of het nou een economische beslissing was of iets anders, wat we wel weten is dat je op het moment van je verhoor flinke schulden had opgebouwd. Aan het begin van haar carrière 'investeerde' een waardin in een prostituee (bijvoorbeeld door mooie kleren voor haar te kopen). Dit geld zou je uit je verdiensten terug moeten betalen en de hoogte van de schuld blijkt uit de verkoopprijzen die voor jou betaald werden volgens het document.

Stadsarchief Amsterdam, Confessieboeken, 5061:340, p. 64

Stadsarchief Amsterdam, Confessieboeken, 5061:340, p. 64

Eind 1693 ben je door Johanna Clijn, waardin van het speelhuis het Pakhuis, gekocht voor 57 gulden (van wie is niet duidelijk). Hoewel het idee was dat deze schulden zouden slinken (uitgedrukt in een lagere verkoopprijs), gebeurde dit niet erg snel, want dertien weken later werd je opnieuw verkocht voor 53 gulden. De koopster was Willemijn Pelt, die geen eigen speelhuis bezat maar je elke dag meenam naar het Hof van Holland op de Zeedijk. Je schulden moeten toen zijn toegenomen, omdat je geslachtsziekte had opgelopen. Willemijn zei dat de behandeling 40 gulden kostte, terwijl jij beweerde dat het de helft was.

Wat ik interessant vind aan je verhaal is dat de bron vermeldt dat er bericht van je ouders was gekomen en dat Willemijn je daarom opsloot. Waarschijnlijk was ze bang dat je weg zou lopen. Wisten je ouders al die tijd waar je was, of hadden ze je pas opgespoord toen je bij Willemijn terechtgekomen was? Was je van huis weggelopen naar de grote stad, of daarheen gestuurd om werk te vinden? Het onervaren meisje van buiten dat in de prostitutie terechtkwam was een populair narratief in de zeventiende eeuw. Was dit narratief soms ook werkelijkheid, of wist dit meisje heel goed waar ze aan begon en hoopte ze met sekswerk geld te verdienen? De bron vermeldt hier niks over, dus ik kan alleen maar speculeren. Het feit dat je opgesloten werd, suggereert dat je op dat moment wel klaar was met je ervaringen in Amsterdam, of dat je ouders druk op je uitoefenden om terug naar huis te komen.

In 1694 kocht Johanna Clijn je terug. Ze beweerde dat ze je gekocht had zodat je moeder je schulden kon betalen om je daarna weer mee te nemen. Deze schulden bedroegen 40 gulden, toentertijd een flink bedrag. Omdat er verder niks over je familie bekend is, weet ik niet of dat überhaupt mogelijk voor haar zou zijn geweest. Johanna Clijn dacht hier duidelijk anders over- was het kopen van meisjes wiens ouders naar haar op zoek waren een business model voor waardinnen in deze tijd? Bracht het meer geld op dan het houden van een prostituee die geslachtsziekte had gehad?

Het archief vermeldt dat je, na dit verhoor, aan je moeder bent overgedragen, zonder de schulden te hoeven betalen. Hoewel dit een betere uitkomst is dan voor de waardinnen, die voor twee jaar verbannen werden, vind ik het moeilijk te bedenken of je daar blij mee was of niet. Ik weet niet of je ouders wisten waar je mee bezig was, maar ik neem aan dat je moeder sowieso vond dat ze wel wat beters te doen had dan jou ophalen uit een rechtbank een dikke vijftig kilometer verderop. Ik kan me zomaar voorstellen dat een boze moeder ook in de zeventiende eeuw geen gezellige gesprekspartner was, maar dat het toch een opluchting was om haar te zien. De meeste meisjes hadden geen moeder (boos of niet) die ze op kwam halen uit de rechtbank, maar werden, net als de waardinnen, gestraft.

Hoewel er mogelijk in Enkhuizen meer over je te vinden is, bestaat je verhaal in Amsterdam slechts uit deze ene bron. Alleen als je gearresteerd wordt, verschijn je even in de geschiedenis van de stad. Net als een grote hoeveelheid andere vrouwen, word je nauwelijk genoemd in de 'glorieuze' geschiedenis en ben je toch een van de eerste beelden waar mensen aan denken als ze de naam Amsterdam horen. De Wallen zijn nog steeds een enorme trekpleister en er wordt momenteel hard gevochten door sekswerkers om ze te behouden. Deze grotendeels vrouwelijke groep is al lange tijd aanwezig in Amsterdam, maar er worden nauwelijks individuele gezichten uitgelicht. Jullie knipperen aan en uit in de geschiedenis, jij in de confessieboeken, anderen in schilderijen, foto's, of reisverslagen van toen en nu.

Ik zou oneindig veel tijd moeten hebben, als ik aan elke sekswerker uit de geschiedenis van Amsterdam een ode zou willen schrijven, elke naam noemen die prostitutie, economisch en cultureel een karakteristiek van de stad, heeft beoefend. Ik heb jou redelijk willekeurig uit het archief gehaald, omdat je wat langere confessie me stof tot nadenken gaf. Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik je confessie zo uitgelicht heb. Bovenal hoop ik dat je moeder niet al te boos was en dat het, of je er nou naar uitkeek of niet, toch een opluchting was om, aan het einde van de thuisreis, de Zuiderzee weer te kunnen horen.

Groeten,

Judith Kraamwinkel

Bronnen

Stadsarchief Amsterdam, Confessieboeken, 5061:340, p. 64

Lotte van de Pol, Het Amsterdams Hoerdom: Prostitutie in de Zeventiende en Achttiende Eeuw (Wereldbibliotheek, 1996)

Periode

1599– 1699

Over

Ode van Judith Kraamwinkel aan Margriet Scoonenbou van Hoogendorp.

Margriet is één van de vele vrouwen in de geschiedenis van Amsterdam die sekswerk verrichtte. Zij deed dit in de 17e eeuw en verder is er niks over haar bekend. Zij en alle anderen dragen echter bij aan het unieke karakter van de stad door de eeuwen heen en deze ode is, hoewel gericht aan Margriet, bedoeld voor al deze vrouwen.

Het Oestereetstertje (ca. 1658-1660) van Jan Steen, collectie Mauritshuis, Den Haag

Margriet Scoonenbou van Hoogendorp

Margriet is één van de vele vrouwen in de geschiedenis van Amsterdam die sekswerk verrichtte. Zij deed dit in de 17e eeuw, verder is er niks over haar bekend. Zij en anderen hebben bijgedragen aan het unieke karakter van de stad en deze ode is in feite bedoeld voor al deze vrouwen.

Tags

Maak een ode
  • Zien & Doen
  • Verhalen & Collectie
  • Tickets & Bezoek
  • Tentoonstellingen
  • Rondleidingen
  • Families
  • Onderwijs
  • Nieuws
  • Nieuwsbrief
  • Publicaties
  • AMJournal
  • Vrouwen van Amsterdam

Hoofdpartners

gemeente amsterdam logo
vriendenloterij logo

Hoofdpartner Educatie

elja foundation logo
  • © Amsterdam Museum 2025