Ode aan Henrika van den NoordIk heb gedaan wat ik moest doen

Portret Henrika van den Noord
Dag Hendrika, of mag ik Riekie zeggen,
Het is nu 2024. Zestien jaar nadat je er stiekem tussenuit bent gepiept. 83 was je. Je kon niet meer. Je was op. Geestelijk vooral. Gek eigenlijk, want door je leven heen, heeft nooit iemand iets aan je gemerkt. Totdat je de laatste jaren de televisie ineens niet meer aan wilde zetten in april. Laat staan in mei.
Echt mis ging het pas toen je dochter je - op jouw aandringen - op tachtigjarige leeftijd meenam naar het graf van verzetsstrijder Leo Frijda. Daar stortte je in, en vervolgens is het nooit meer goedgekomen met je. Je oorlogstrauma leek je in te halen. Daar, op de Eerebegraafplaats Bloemendaal, aan het graf van je held. Dat je zelf ook een held bent geweest, wilde je nooit horen. Als je al over de oorlog praatte, zei je: ‘Ik heb gedaan wat ik moest doen.’ Een verzetskruis aanvragen? ‘Geen denken aan.’ Er waren altijd mensen die veel meer dan jij hadden gedaan, vond je.
“Je rolde als zeventienjarig meisje de gewapende Amsterdamse verzetsgroep CS6 binnen”
Volgens je dochter, mijn lieve buurvrouw Ellen Blankers, rolde je als zeventienjarig, bloedmooi meisje, de gewapende Amsterdamse verzetsgroep CS6 binnen. Er zaten meer vrouwen in het verzet, veel meer zelfs dan dat we nu terug kunnen vinden in de geschiedenisboeken, maar vrouwen bij het gewapende verzet waren vrij uitzonderlijk. Hoe je desondanks, en op zo’n jonge leeftijd, toch bij deze groep betrokken bent geraakt, weet je dochter niet. Alles wat ze weet, heeft je kleinzoon uit je moeten trekken.
Samen met je vader en moeder woonde je aan de Mercatorstraat 97 III toen de oorlog uitbrak. De twee joodse onderduikers die je ouders daar op zolder verborgen hielden, werden ontdekt. Nooit zal je de laarzen vergeten die al die drie trappen omhoog kwamen denderen. Evenals de schoten die op de twee onderduikers werden gelost. Hun poging om via het balkon te ontsnappen, faalde. Ter plekke werden ze doodgeschoten. Jij zag dit gebeuren. Waarom jij en je moeder nooit zijn meegenomen, weet niemand. Waren ze in het begin van de oorlog misschien makkelijker? Was het je prachtige voorkomen? Wie zal het zeggen. Je dochter heeft nog altijd spijt dat ze je niet meer gevraagd heeft.
In diezelfde Mercatorstraat, kwamen die vreselijke laarzen nog een tweede keer omhoog gestormd. Het bleek een razzia. Precies op het moment dat jij een fors aantal verzetswapens onder je matras had liggen. In paniek ging je op het bed liggen, met een paar jassen over elkaar heen. Toen de deur van je kamer open werd getrokken, vroegen de Duitsers wat er aan de hand was. ‘Een heel besmettelijke ziekte’, zei je moeder. Dat je peentjes lag te zweten, kwam precies goed uit. De Duitsers, bang voor iedere vorm van ziekte, wisten niet hoe snel ze weg moesten komen.

Persoonsbewijs Henrika van de Noord, collectie Verzetsmuseum
Het verhaal dat je samen met iemand de Hollandsche Schouwburg in de hens hebt proberen te steken, werd herkend door het Verzetsmuseum Amsterdam. Je kreeg van de verzetsgroep een tube tandpasta mee, met daarin een goedje dat snel zou branden. De brand ontstond inderdaad, maar werd - tot jouw grote teleurstelling - tijdig geblust. Het Verzetsmuseum zocht jarenlang naar de naam van degene die deze actie samen met Hans Katan had aangedurfd. Ze hebben je persoonsbewijs inmiddels in het archief opgenomen.
In de verzetsgroep opereerde je uiteraard niet onder je eigen naam. Dat was veel te gevaarlijk. Je heette Corry. Je achternaam kennen we niet. Als Corry bracht je een keer wapens naar de Hembrug in Amsterdam, die je daar overhevelde aan Hannie Schaft - de bekende verzetsvrouw die in 1945 werd opgepakt en gefusilleerd. Het had niet veel gescheeld of ook jij had de leeftijd van 83 niet bereikt, Riekie. Als Leo destijds had gepraat, was jij er niet meer geweest. Dat zei je zelf nog bij zijn graf.
Leo Frijda. Eén van de leiders van CS6. Je dochter vermoedt weleens dat er meer speelde tussen jullie, maar ook dat blijft gissen. Feit blijft dat je haast nooit over de oorlog sprak, maar dat je aan het eind van je leven koste wat het kost naar het graf van Leo moest. Niet naar een van de andere negentien gefusilleerde CS6-leden, zoals Hans Katan - nee, naar Leo. Het verhaal dat je samen met een jongeman een verliefd stelletje voor het huis van een NSB’er moest spelen, wijst in de richting van Leo Frijda, maar zeker weten doet ook dit niemand. Lag je daar inderdaad met hem in het gras? De NSB’er werd korte tijd later door CS6 neergeschoten. Hij overleefde het.
“Vrouwen bij het gewapende verzet waren vrij uitzonderlijk.”
Je bent er niet meer Riekie, al zestien jaar niet meer, maar het is belangrijk dat je verhaal wordt doorverteld. Een verhaal waarin veel puzzelstukjes ontbreken, een verhaal dat je grotendeels hebt meegenomen in je graf, een verhaal dat vragen oproept, en een verhaal dat - eerlijk is eerlijk - lastig is om te verifiëren.
Maar zelfs als het verhaal (gedeeltelijk) niet zou kloppen, vind ik dat het gedeeld moet worden. Het is immers een verhaal vol hoop. En hoop kunnen we goed gebruiken in een tijd waarin we het vertrouwen in de mens soms definitief verliezen.
Zelf ga ik er volledig vanuit dat je verhaal klopt Riekie, en wil ik je bedanken voor het strijden voor onze vrijheid. Ik kan alleen maar hopen dat, als het er ooit op aankomt, ik net zo dapper zou durven zijn als jij destijds.
Groet, Suzette Hermsen - buurvrouw van je dochter
Periode
1923– 2008
Over
Ode van Suzette Hermsen aan Henrika van den Noord
Het verhaal van Hendrika hoort wat mij betreft bij het verhaal van Amsterdam, omdat Amsterdam - zonder mensen als Hendrika - niet de vrije stad zou zijn geweest die het nu is. En vrijheid, leren we vandaag de dag maar weer, is zo onnoemelijk belangrijk.

Henrika van den Noord
Henrika van den Noord raakte al jong meisje betrokken bij de Amsterdamse verzetsgroep CS6
Tags