Ode aan Jo Fiedeldij Dop PhaffEen behoorlijk indrukwekkende dame-oma

Jo Fiedeldij Dop aan haar, met slagzin gewonnen Gispen bureau, in haar werkkamer, 1978. Foto Huib de Boer, privébezit
Voor mensen die niet bekend zijn met het Soroptimisme staat onderaan een korte toelichting.
Karakterschetsen, sfeerimpressies en jeugdherinneringen
Van een Soroptimistclub werd je niet zomaar lid, zeker niet in 1972 toen Jo Fiedeldij Dop lid werd van Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West. Je moest voorgedragen worden door twee leden. Dit maakte het lidmaatschap exclusief en gaf het een zeker aanzien. Mijn oma (literair vertaalster, kandidaats klassieke talen, moeder van vier kinderen, belezen en professioneel doktersvrouw, om even te schetsen dat ze een behoorlijk indrukwekkende dame-oma was) was volgens mijn moeder (een van de eerste ziekenhuispsychologen, alleenstaande moeder, feminist tweede golf, kunstenaar, woon- en vredesactivist, ook indrukwekkend) heel trots op dat lidmaatschap. En al kan de herinnering inmiddels gekleurd zijn, ik herinner mij die sfeer van die ene keer dat ze mij meenam naar een speciale clubavond. Een ‘modeshow’ van een van de leden van de Club. Op dat moment zat ik op de Modevakschool (MBO) en mijn oma had bedacht dat deze avond leuk kon zijn voor mij. Ik herinner me een catwalk met in mijn ogen vrij vormeloze kleding van zo te zien zelf gesponnen, geverfde en geweven lapjes wol. Veel paars, blauw en bruin. Artistiek jaren zeventig/tachtig. Totaal niet besteed aan een puber van een jaar of 18. Ik wist niet hoe ik daar nou eens diplomatiek op moest reageren.
Terugkijkend vind ik het ontroerend en heel lief van mijn oma, dat ze zo haar best deed om te zoeken naar een raakvlak en mij een inkijkje in haar wereld. Best een risico met een beetje bonkige puber, die nog niet zolang daarvoor haar punkkapsel en gescheurde leren jack aan de wilgen had gehangen. De zaal was vol vrouwen, maar van een heel ander type dan de tuinbroek-, kort haarvriendinnen (cliché ik weet het) van mijn moeder uit het Vrouwenhuis op de Nieuwe Herengracht. Hier was men veelal netjes gekapt en veel lippen waren gestift. Toch was het geen eenvormige stijve conservatieve damesclub. Mijn oma voelde zich duidelijk als een vis in het water. Zij maakte, als sociaal begaafde en zeer bedreven converserende dame, na de modeshow een rondje in de zaal. Ongetwijfeld met een glas witte wijn of sherry in de ene en een Arsenal zonder filter tussen de vingers van haar andere hand. Iets wat toen nog heel gewoon was. Ik volgde in haar kielzog, leuk en een beetje spannend. In mijn herinnering was het een chique locatie. Al begreep ik niet alles van de sfeer van al die dames-vrouwen die al veel verder waren in hun leven dan ik, die het gemaakt hadden, het maakte wel indruk op mij. Want ik ben het nooit vergeten en het was vaag iets waar ik later misschien ook wel bij wilde horen. Die Soroptimistclub bleef iets mysterieus aantrekkelijks houden, al kan ik me niet herinneren dat mijn oma en ik er veel over gesproken hebben. Er vielen hooguit wel eens namen zoals Mance, Gerty en Dieuwke van Dè Club.
De opbrengst van de kaartjes voor die modeshow zal denk ik, nu ik zelf Soroptimist ben, voor fundraising gebruikt zijn. Want dat is een van de dingen waar Soroptimisten goed in zijn, geld inzamelen voor projecten die gericht zijn op verbetering en versterking van de (rechts)positie van vrouwen en meisjes. Zowel nationaal als internationaal. Haar lidmaatschap van het Soroptimisme en haar insteek sluit aan bij iets wat ze samen met mijn opa kinderarts Hein Fiedeldij Dop, deed. Mijn oma schreef er over in het stukje dat elk lid van de club in 1988 over zichzelf schreef voor een map ter gelegenheid van het zestig jarig (diamanten) jubileum van de club.
“Als bestuursleden zijn we beiden meer dan twintig jaar zeer nauw betrokken geweest bij het internationale uitwisselingsprogramma The Experiment in International Living. In verband hiermee hebben we veel gereisd in Europa en de Verenigde Staten.”
“Ik heb met de kritische blik over mijn schouder van mijn in 2001 overleden taalvirtuoze en perfectionistische oma, met plezier deze gecombineerde persoonlijke ode aan haar en Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West geschreven.”
Jo in de Tweede Wereldoorlog
Als jonge moeder maakte mijn oma de Tweede Wereldoorlog intensief mee. Mijn opa (kinderarts met eigen praktijk) was actief betrokken bij het laten onderduiken van Joodse kinderen. Tegen mijn zusje heeft ze gezegd dat ze daar zelf niks mee te maken had, maar uit een kort fragment dat ik vond uit een dagboek uit die tijd, lijkt dat toch niet helemaal te kloppen. Ze wist vanwege de veiligheid denk ik geen details, maar had wel degelijk weet van wat hij deed en ze luisterden, als hun kinderen sliepen, stiekem naar radio Oranje met een illegale radio. Dit heeft zowel mijn opa als oma gevormd en ze hebben zich altijd actief ingezet voor internationale betrekkingen en vrede. Uit een herinnering van een vriend uit die tijd blijkt dat met name mijn oma bij The Experiment op de voorgrond trad. In Nederland stond ze vaak wat in de schaduw van mijn opa, die nogal bekend was in het Amsterdamse. Deze organisatie bestaat net als de Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West nog steeds. Wellicht zonder dat ze het wist was er in de oorlog ook een connectie met een Soroptimist, al waren de clubs sinds 1941 ontbonden. Henriëtte Pimentel was directrice van de crèche op de Plantage Middenlaan, die o.a. in samenwerking met het studentenverzet en zo indirect met mijn opa, veel Joodse kinderen heeft kunnen redden door ze onder te laten duiken. En zelf vermoord is in Auschwitz. (bron: mijn moeder en het boek ‘Wacht maar’ Het veelbewogen leven van Henriëtte Pimentel, door Esther Shaya & Frank Hemminga, hoofdstuk: De ontvluchtingen)
Huisvrouw wel of geen Soroptimist?
Nog een stukje van Jo over zichzelf uit de jubileummap van 1988
“Met vertalen ben ik pas serieus begonnen tegen de tijd dat onze jongste de deur uitging. Na een aantal boeken op het gebied van de opvoeding van kinderen ben ik overgestapt naar de literatuur. Tot de auteurs van wie ik werk heb vertaald behoren Iris Murdoch, Virginia Woolf, Katherine Mansfield, Carson McCullers, Elisabeth Bowen en Ouida Sebestyen (schrijfster van jeugdboeken). Sinds 1972 lid van de Soroptimistclub.”
Die beroepsverandering vond plaats tussen 1966 en 1971. Daarvoor deed ze al decennia onbezoldigd de administratie van de praktijk van haar man en nam ze buiten kantooruren de telefoon aan, want bezorgde ouders hielden zich niet aan kantoortijden, maar dat gold niet als werk, dus dan was je huisvrouw. En daar hadden de Soroptimist clubs een wat lastige relatie mee blijkt uit een paar situaties die ik tegenkwam en die te leuk zijn om niet te noemen.
Soroptimisme en de worsteling met de ‘huisvrouw’
Al vrij snel na de oprichting van de clubs en Nederlandse Unie werd er geworsteld met het wel of niet toelaten van ‘huisvrouwen’ tot de clubs. Er waren in de kringen rond de oprichters wel meer dames-vrouwen die actief waren en bemiddeld, maar toch geen beroep hadden. Zoals blijkt uit onderstaande twee situaties. Waarin bij een tot mijn verrassing ook Rosa Manus – over wie ook een ode geschreven is - een rol in speelt.
“Nog in 1932 stond het punt op de Landdag ter discussie naar aanleiding van een huisvrouw, die niet tot de club Noord-Holland* wou toetreden: ze vond zichzelf juist zo'n goede huisvrouw omdat ze nooit buitenshuis ging eten of aan vergaderingen meedeed! Besloten werd tot toelating van een huisvrouw 'in bepaalde gevallen en als buitengewoon lid'. En daarin kwam pas in de zeventiger jaren verandering...” (bron tekst uit map 60 jarig jubileum Club Amsterdam Centrum/West.) *Club Amsterdam heette tot 1935 Noord-Holland.
Maar ook over de titel ‘buitengewoon lid' was niet iedereen overtuigd. Zoals blijkt uit de notulen van een bestuursvergadering van de Amsterdamse club op 30 april 1935 waarin de voordracht van Rosa Manus besproken werd.
Waarin “vicepresident Dr. Biegel opmerkt dat wij voorzichtig moeten zijn met het toelaten van vrouwen, die geen beroep uitoefenen, ook niet als buitengewoon lid. In dit geval echter, waar het iemand geldt die zoo ontzettend veel gedaan heeft en nog steeds doet voor het werk der vrouw in ’t algemeen en voor bevordering der internationale gedachte, besluit het aanwezige bestuur eenstemmig mejuffrouw Rosa Manus aan de kiescommissie voor te stellen als buitengewoon lid” (bron: clubblad De Soroptimist juli 2014, blz. 34, auteur Ineke Hofstra.) Hieruit maak ik op dat Rosa Manus al haar inspanningen voor vrouwenkiesrecht en wereldvrede als vrijwilliger deed. Zij kon zich dat ook permitteren, maar werd vanwege haar vermogen en onbetaalde arbeid blijkbaar toch als ‘huisvrouw’ gezien. Terzijde: een ander lid en een van de oprichters en bestuursleden van de club: Clara Meijers (schrijfster en bankdirecteur van De Vrouwenbank) schreef in 1946 een biografie over Rosa Manus ‘Een moderne vrouw van formaat’. Leven en werken van Rosa Manus. Zij kenden elkaar niet alleen van de club, maar ook van de tentoonstelling ‘De Vrouw 1813-1913’ en waarschijnlijk van de Bond voor Vrouwenkiesrecht.
En als mijn oma in 1971 geen carrière als literair vertaalster was begonnen dan was zij misschien wel de eerste ‘huisvrouw’ geweest die in 1974 ‘volwaardig lid’ werd van de club.
Nu komt die eer in 1974 toe aan Roefke Carmiggelt – Polak. Al deed zich in 1985 een beroepsverandering voor, ze werd Verslavingstherapeut bij het Jellinek Centrum te Amsterdam. Zoals blijkt uit de jubileummap uit 1988. Volgens de tekst van toenmalig presidente van de club Jeannette Kramps-van Drunen was dit zelfs naar aanleiding van een door Club A’dam C/W bedachte landelijke Lustrumactie uit 1978 (vijftig jarig bestaan) over het sluipend gevaar van alcoholgebruik in samenwerking met SIRE, onder het motto: Alcohol makkelijk te veel, moeilijk terug!” Roefke Carmiggelt – Polak is geen clublid meer en is later een bekende relatietherapeut geworden.
Ik vind het mooi om te zien hoe mijn oma en nu ook ik sinds 8 mei 2019, onderdeel zijn van de geschiedenis in een enorm netwerk van vrouwen, al dan niet Soroptimist. Ik heb met dekritische blik over mijn schouder van mijn in 2001 overleden taalvirtuoze en perfectionistische oma, met plezier deze gecombineerde persoonlijke ode aan haar en Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West geschreven. Mij er terdege van bewust dat dit slechts een snippertje is van de inmiddels bijna honderdjarige geschiedenis van de club en de honderden (oud)leden die in de schaduw staan. Maar dit is een ode en geen geschiedenisverhaal.
Sorren Odes aan 85 jarige Jo
Tot slot enkele citaten van mede-sorren, die mijn oma karakteriseren als dame-vrouw, literair vertaalster en Soroptimist. Deze komen uit hun brieven voor het vriendenboek voor haar 85ste verjaardag in december 1995. Hieruit maak ik op dat zij toen nog clublid was. Ondanks haar verhuizing naar ’t Rosa Spierhuis in Laren, bleef ze lid van haar Amsterdamse club i.p.v. over te stappen naar club Bussum.
Lieve Jo,
“Er zijn mensen, die je helemaal niet zo vaak ziet, maar waarvan je denkt, wat ben ik blij dat ze bestaan. Jij bent voor mij zo iemand. We hebben je vanavond gevierd. Ik heb geprobeerd te zeggen wat je voor de club en mij betekent…”
Heel veel liefs en een kus van Mance
Mance (Hermance Berendine) Post, illustrator, 1925
Lieve Jo,
“Wat valt jou in als je aan Jo denkt? Haar gulle lach en de puzzle van de NRC, maar zij doen het met zijn tweeën…” Lies ( E M A) van Doorne, beleidsmedewerkster personeelszaken, 1933
Lieve Jo,
“Waar denk ik aan bij onze vriendschap? De boeiende manier waarop je over je vertaalwerk praat, bij de Sorren, bij jou thuis over de klassieken (de precisie, de ruimhartigheid, je plezier erin) en de keer dat je bij ons thuis voor een stelletje vrouwen over het vertalen van To the lighthouse vertelde. Verder onze ritjes naar de Sor-bijeenkomsten, je nuchtere kijk op de highs en lows van het Sorrenbestaan; de onmerkbare manier (althans voor mij) waarop je met je toch niet geringe leeftijd omgaat, je altijd prachtig gekapte haren” “Dit boek zal wel vol staan met lof en prijs, dus ik laat het hierbij. Heb een zalige dag..”
Helaas is de ondertekening onleesbaar, maar het was de partner-vriendin van Lies v Doorne.
Lieve Jo,
“daar feliciteren we van harte mee ook al (en dit is ook voor het nageslacht) omdat je zo’n byzonder mens bent en dat het een voorrecht is om een mens zoals jij te ontmoeten. En dan nog zolang mee te mogen maken zoals wij.”
“We kennen mekaar nu bijna 45 jaar en je herinnert je misschien nog, want er belden natuurlijk om de haverklap zenuwachtige moeders, dat je met die heel zakelijke stem zei de tweede helft van de avond nog maar eens te bellen. Maar ja, laten wij nou helemaal niet weten, wanneer bij jullie de tweede helft van de avond begon. Op goed geluk probeerden we dan maar om tien uur. Maar zeker weten doen we het nog niet. Nu zullen wij in de eerste helft van de avond een glas heffen op jouw verjaardag, op een lang en zinvol leven. Proost!”
Veel liefs ook van Jelle, Dieuwke
Dieuwke (Dieuwke Grietje) Abma – ter Horst, beeldhouwer, 1926
Bron: vriendschapsboek voor Jo Fiedeldij Dop – Phaff, 1995 ter gelegenheid van haar 85ste verjaardag, samengesteld door haar dochter/mijn moeder, eigendom van de familie. Voor de ondertekening van elk stukje koos ik hun namen, functie en geboortejaar zoals genoteerd in de jubileummap uit 1988.
Wat is het Soroptimisme?
Soroptimist
De naam komt van Sorores = zusters en optimum= het beste Dus: zusters, Sorores, die het beste, optimum, nastreven.
Soroptimist International, met 66.000 leden in 120 landen, zet zich via acties, belangenbehartiging en bewustwording in voor ondersteuning van vrouwen en meisjes.
De Unie van Soroptimistclubs in het Koninkrijk der Nederlanden en in Suriname is opgericht op 29 januari 1928. De Unie heeft bijna 3.000 leden in ruim 100 clubs.
Onze club werd opgericht op 29 januari 1928 te Amsterdam als club Noord-Holland; de naam werd in 1935 gewijzigd in club Amsterdam; in 1970 gesplitst in drieën, de oorspronkelijke club kreeg de naam club Amsterdam Centrum/West.
(bronnen: site www.soroptimist.nl en www.atria.nl waar het archief van Soroptimistclub
A’dam Centrum/West is ondergebracht)
Over
Ode van Sarah Notenboom, namens Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West aan Jo Fiedeldij Dop.
Voor mijn oma met wie ik mij sinds 2019 extra verbonden voel door het Soroptimisme.

Jo Fiedeldij Dop Phaff
Jo Fiedeldij Dop werd lid in 1972 van Soroptimistclub Amsterdam Centrum/West.