Ode aan Marga MincoFeiten uit een herinnering

Marga Minco in de Bijenkorf te Amsterdam, 28 maart 1981, Foto Hans van Dijk, Anefo Nationaal Archief
Beste Marga Minco,
We hebben elkaar nooit ontmoet. Onze paden hebben elkaar wel gekruist. Maar jij was de beroemde schrijfster van Het Bittere Kruid en zoveel andere verhalen- en ik wist niet dat ik je toekomstige biograaf was.
We schelen precies een halve eeuw, en daardoor schelen we een oorlog. Een vernietiging die zich via de literatuur laat benaderen- van de getuigenissen als die van Abel Herzberg tot de onderduikverhalen van Anne Frank of Andreas Burnier, of de ironische romans van Arnon Grunberg. Maar niemand schrijft erover zoals jij. Gevoelens, herinneringen en gedachten schuilen bij jou niet in de woorden maar in de stiltes, in de huizen, in een lege feestkamer, in een brandgaatje in een tafelkleed. Daardoor zijn het ook vaak ruimtes die me aan je werk en leven doen denken. Iedere keer dat ik over de Kloveniersburgwal fiets, zie ik het huis waarin je onderdook en je eerste kind kreeg- het huis ook waar een berooide Lucebert later bij jullie op de bank sliep, of was het op de grond?

Type machine van Marga Minco, Collectie Literatuurmuseum, Den Haag, foto Yra van Dijk
Als ik in het Oosterpark ben, zie ik jou en je man Bert Voeten, jong, mooi en onbevreesd poseren in de brede dakgoot van het Witsenhuis waar jullie zo lang woonden, op het Leidseplein de sociëteit De Kring waar jullie na de oorlog met kunstenaarsvrienden afspraken. In de Tweede Oosterparkstraat staat het nu lege huis op nummer 265, waar je je dochters grootbracht, werkte op zolder en leefde tot je vorig jaar stierf, 103 jaar oud. Zo ontredderd als het huis er nu bij staat, doet het denken aan het motto van Kafka dat je koos voor je roman Een leeg huis (1966): 'Das Haus ansehn. Es ist still, niemand geht ein und aus, man wartet ein wenig, auf der Haus-Seite, dann auf der Seite gegenüber, nichts, solche Häuser sind so viel weiser als die Menschen, die sie anstarren.''
Zelfs nu ik een tijdje in Friesland zit te werken, denk ik veel aan je. Jouw verhaal ‘Het dorp van mijn moeder’ speelt hier niet zover vandaan. De stugge koppen die ik hier passeer als ik een rondje fiets, zouden zo nazaten van de ‘ouderlingen’ kunnen zijn die je daarin portretteerde. De ouderlingen die weigeren de doopverklaring af te geven die de moeder van de vertelster (jouw moeder) had kunnen redden.

Tweede Oosterparkstraat, foto Yra van Dijk
De trein die me hier bracht, rijdt over hetzelfde spoor als de nazi-treinen die je ouders, broer Dave en zus Bettie en hun geliefden naar Westerbork brachten. Met zulke broze lijnen tussen heden en verleden moeten ik en mijn mede-biograaf aan het werk de komende jaren. Daarin kunnen we een voorbeeld nemen aan jouw werk, waarin de geschiedenis zo levendig aanwezig is en door flashbacks verweven met het hier en nu van het vertellen. We zullen het doen met ‘feiten uit een herinnering’, zoals je zelf je werk omschreef.
Alleen dáár, in jouw oeuvre, kan ik je nog ontmoeten. De personages in die verhalen zijn lang niet allemaal getekend door de oorlog- al lijken ze stuk voor stuk wel getekend door iets. De vrouwen (meestal zijn het vrouwen) zijn geestig, vol fantasie en eigengereid. Als ik over ze lees, heb ik diepe spijt dat ik je indertijd niet heb durven aanspreken. Ik denk dat we die halve eeuw leeftijdsverschil makkelijk hadden kunnen overbruggen.
Met warme groet,
Yra van Dijk
Periode
1920– 2023
Over
Ode van Yra van Dijk aan Marga Minco.

Marga Minco
Marga Minco (1920-2023) schreef met haar debuut Het bittere kruid (1957) een onvergetelijke, nog steeds zo relevante, veel gelezen klassieker, die vele vertalingen kende. Ook de romans en novelles daarna, zoals Een leeg huis en De Val, werden gelezen en geliefd.