Ode aan Johanna Elisabeth Hendrika BovenkerkEen strijdbaar leven

Johanna Bovenkerk, Foto uit privécollectie familie
Toen ik jouw levensverhaal las, geschreven door dochter Karien Maas, wist ik meteen voor deze vrouw moet een ode worden gemaakt. Je was actief in de Spaanse burgeroorlog, zat in het verzet tijdens de Tweede wereldoorlog, je zette je in voor wereldvrede en iedereen die het moeilijk had kon op je rekenen terwijl je zelf je hele leven werd gedwarsboomd door de Binnenlandse Veiligheid Dienst (BVD) omdat je lid was geweest van de Communistische Partij Nederland (CPN). Maar je liet je niet kisten. Je was de eerste Nederlander die toestemming kreeg haar eigen BVD-dossiers te mogen inzien.
Johanna (Jo) werd geboren in Amsterdam maar groeide op in het toenmalige Nederlands Indië. Terug in Nederland besloot ze Duits te gaan studeren en lid te worden van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en later van de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP).
Omdat de studie Jo niet beviel, ze voelt zich nutteloos, besloot ze het roer om te gooien en verpleegster te worden. Dit alles zeer tegen de zin van haar ouders. Die waren helemaal niet blij met de keuze van hun dochter. Met haar verpleegstersdiploma op zak ging Jo aan de slag in het Amsterdamse Binnen Gasthuis.
Vanaf 1933 komen er steeds meer Joodse vluchtelingen uit Duitsland naar Nederland. Jo neemt ook vluchtelingen in huis op. Zo hoort ze uit eerste hand verhalen over het oprukkend fascisme en de steeds strengere regels en verboden voor Joden. De CPN wekt haar belangstelling en zij wordt lid.
In 1936 vindt er een militaire staatsgreep plaats in Spanje. De nationalisten onder leiding van generaal Franco en gesteund door Hitler en Mussolini staan tegenover de republikeinen. Er breekt een bloedige burgeroorlog uit. Veel burgers in Europa voelen sympathie voor de linkse idealen van de republikeinen. En dat geldt ook voor Jo. Met medewerking van het Comité Hulp Spanje vertrekt ze naar Spanje.
Ze werkt daar eerst een tijdje bij de internationale persdienst die in verschillende talen een krantje uitgeeft. Later werkt Jo als hoofdverpleegster op zaal in het Nederlands Hospitaal Villa Nueva da la Jara. Maar als het leger van Franco oprukt moet het hospitaal worden verkast naar San Agaro aan de Costa Brava. Die verhuizing is een helse klus. Het vervoer van ziekenhuismaterialen en gewonden gaat per trein en duurt 5 dagen en 5 nachten.
“Met al die onderduikers in huis durft ze bijna 3 jaar lang niemand meer thuis op visite uit te nodigen. ”
Als Jo na de burgeroorlog terug keert in Nederland gaat ze in Amsterdam werken in het Wilhelmina Gasthuis. Al snel breekt de Tweede wereldoorlog uit. Jo wordt actief in het verzet. Ze zoekt onderduikadressen. Ze brengt valse voedselbonnen en stencils rond. Jo neemt ook zelf weer Joodse vluchtelingen in huis: Sam de Wolff en zijn vrouw, het echtpaar Meijer, Sue Weinberg en haar zoon Sylvian. Met al die onderduikers in huis durft ze bijna 3 jaar lang niemand meer thuis op visite uit te nodigen.
Op een dag in 1943 bezoekt Jo haar ouders maar treft niemand thuis. Gearresteerd en gevangen genomen in de Havenstraat. Jo is verbaasd als ze erachter komt dat haar ouders ook in het verzet zitten. Vader Bovenkerk is lid van verzetsgroep 'de Geus’. Haar moeder wordt na 3 dagen vrij gelaten en Jo weet haar vader vrij te krijgen door haar vlekkeloze Duits en haar verpleegsterskostuum.
De hongerwinter overleeft Jo ternauwernood. Ze weegt nog maar 49 kilo.
Na de oorlog trouwt Jo Bovenkerk met Henk Maas en samen krijgen ze dochter: Karien. Haar man kan na de oorlog niet aan de slag komen, Jo ondervindt ook moeilijkheden vanwege haar communistische sympathieën. Het huwelijk loopt stuk. Op haar 52 leeftijd hervat Jo haar oude studie Duits maar zelfs met diploma lukt het haar moeilijk een baan te vinden. Bij een sollicitatie in Dordrecht verbiedt de BVD haar aan te nemen. Uiteindelijk lukt het om docente Duits te worden op een Lyceum in Enkhuizen.
“Je was de eerste Nederlander die toestemming kreeg haar eigen BVD-dossiers te mogen inzien. ”
In 1981 stapt Jo uit de communistische partij en wordt ze actief in verschillende vredes organisaties. Tot haar negentigste jaar staat ze elke maand op de Dam te demonsteren tegen de wapenwedloop. Ze verzamelt handtekeningen en geld voor goede doelen, schrijft voor Amnesty International brieven naar staatshoofden. Ze is ze jarenlang lid van een comité dat zich inzet en donaties werft voor ter doodveroordeelden. Victor Roberts heeft dankzij dat geld een advocaat in de armen kunnen nemen. De doodstraf werd omgezet in levenslang.
Op haar negentigste krijgt Jo als eerste toestemming haar BVD dossier in te zien. Praktisch alle Nederlandse kranten hebben hier over geschreven. In gezelschap van haar dochter heeft ze 2 uur haar dossier mogen inzien. Ze ziet dat allerlei zaken met stift onleesbaar zijn gemaakt. Het hele dossier bevat 48 pagina's en gaat van 1947 tot 1982.
De BVD heeft 35 jaar lang een vrouw achtervolgd waarvan alle geïnterviewden zeggen dat ze meelevend, vredelievend en behulpzaam is en geen vlieg kwaad zou doen.
Het laatste deel van haar leven woont Jo in een aanleunwoning van het Henriette Roland Holst-huis te Amsterdam
Jo(hanna) Elisabeth Hendrika Bovenkerk sterft een week nadat ze haar honderdste verjaardag heeft gevierd.
Periode
1904– 2005
Over
Ode aan Johanna Elisabeth Hendrinks Bovenkerk door Maria Dubbeldam namens de zaak Muurbloem.
Jo Bovenkerk had een zeer strijdbaar leven. Toen ik haar levensverhaal las vond ik dat zij niet mag ontbreken in de odes voor vrouwen van Amsterdam.

Johanna Elisabeth Hendrika Bovenkerk
Johanna Elisabeth Hendrika Bovenkerk werd in 1905 geboren in Amsterdam en groeide op in de Nederlandse koloniale bezetting van het Indonesisch archipel.