Ode aan Wasima KhanStrijden tegen de vooroordelen

Wasima Khan, foto: Handan Tufan (2024)
Wasima Khan werd geboren in Den Haag, als dochter van Pakistaanse migranten die in de jaren '70 naar Nederland kwamen. Ze groeide op in de multiculturele wijk Transvaal, vlakbij de Schilderswijk, een plek die haar sterk heeft gevormd. De wijk was levendig, vol verschillende culturen, en het was daar dat Wasima haar jeugd doorbracht. “Het was altijd een interessante dynamiek,” vertelt ze. “Je bent altijd aan het schakelen. Je bent niet echt heel erg Nederlands, maar ook niet heel erg Pakistaans, maar dat maakt het ook bijzonder.”
Haar ouders, moslims uit Pakistan, gaven haar het ritme van hun cultuur mee. In huis vierden ze de Ramadan en Suikerfeest, terwijl Wasima op school de Nederlandse tradities omarmde: Sinterklaas, Kerstmis en andere feestdagen. “Het was prachtig om beide culturen te ervaren, maar tegelijkertijd ook verwarrend. Je hoort er nooit helemaal bij.” Het was een innerlijk conflict dat vaak naar de oppervlakte kwam. Wasima voelde zich vaak een buitenstaander, een vreemde binnen haar eigen land.
“Ze zagen me altijd als een ‘ander’, zelfs al was ik hier geboren en getogen. Het was alsof ik in een land leefde waar ik nooit bij zou horen.”
Toen de spanningen in de samenleving toenamen, merkte Wasima dat de wereld om haar heen steeds minder tolerant werd. Ze was 15 toen de aanslagen van 9/11 plaatsvonden, en vanaf dat moment voelde ze de verharding van de politieke sfeer. Ze herinnerde zich hoe ze dagelijks naar school liep in een voornamelijk witte wijk, waar ze soms werd uitgescholden voor terrorist. "Ik was altijd op mijn hoede. Je voelde gewoon de spanning in de lucht. Het was alsof ik plotseling een doelwit was, puur vanwege mijn multiculturele achtergrond," zegt ze.
De politieke sfeer verslechterde verder toen Pim Fortuyn opkwam, met zijn harde retoriek tegen immigranten. Wasima voelde zich geïsoleerd op school, waar sommige klasgenoten Fortuyn bewonderden. “Ik was de enige in mijn klas met een moslimachtergrond. Ze zagen me altijd als een ‘ander’, zelfs al was ik hier geboren en getogen. Het was alsof ik in een land leefde waar ik nooit bij zou horen.”
Wasima probeert altijd open-minded te blijven, maar deze spanningen werden steeds zichtbaarder. Zelfs als ze niets met de negatieve vooroordelen te maken had, werd ze toch als een verdachte gezien. “Mensen zien je niet als een individu, maar als onderdeel van iets waar ze bang voor zijn. Het was pijnlijk, maar het is iets wat veel moslims in Nederland ervaren. Het gevoel dat je altijd als de ‘ander’ wordt gezien.” Wasima’s ervaring is geen geïsoleerd geval. Velen die hier zijn geboren en opgegroeid, met een migrantenachtergrond, voelen dezelfde pijn.
Het werd duidelijker toen Wasima in haar volwassen leven begon te werken en haar hoofddoek droeg. In haar werk als docent aan de Hogeschool Den Haag en later als journaliste, werd ze geconfronteerd met vooroordelen die haar niet loslieten. Als journaliste werkte ze vorig jaar in Amsterdam bij “Follow the Money”, waar ze voelde dat de stad haar hart had gestolen, maar waar ze ook niet ontsnapte aan de blik van anderen. Ondanks dat Amsterdam een wereldstad is, merkt ze dat ook daar de verdeeldheid en de spanningen tussen de verschillende gemeenschappen hardnekkig zijn.
“Dat was het moment waarop ik besloot mijn stem te laten horen. Ik kon het niet negeren.”
“Ik draag mijn hoofddoek en dat maakt me altijd zichtbaar. Je zou denken, als je hier geboren en getogen bent, dat mensen je als onderdeel van de samenleving zouden zien. Maar het is juist andersom. Mijn hoofddoek maakt me een vreemdeling, ondanks dat ik al zo lang hier ben.” Haar grootste uitdaging kwam toen ze begon te doceren aan de Hogeschool in Den Haag. "Het was een gemixte studentenpopulatie maar ook daar waren de spanningen in de samenleving zichtbaar”. Als docent recht bij de opleiding bestuurskunde werd ze geconfronteerd met een situatie die haar leven voor altijd zou veranderen. Tijdens een college gebruikte ze een app voor het oefenen van tentamenvragen, maar wat begon als een normale sessie, escaleerde snel. Een aantal studenten begonnen anonieme schuilnamen te gebruiken zoals "Geert Wilders", "Zwarte Piet" en zelfs “Nouri is dood.” Er werd zelfs het scheldwoord ‘boerkahoer’ gebruikt, gericht tegen haar hoofddoek en vrouwelijkheid.
Wasima voelde zich diep gekwetst en besloot zich niet stil te houden. “Dat was het moment waarop ik besloot mijn stem te laten horen. Ik kon het niet negeren. Mijn studenten hadden dit ook gezien en ik maakte me zorgen om onze veiligheid. Dit was niet zomaar een grapje. Dit was serieus. En ik moest hier iets van zeggen.” Ze vroeg de studenten wie verantwoordelijk was voor de scheldwoorden. De stilte die volgde was intens. Niemand gaf zich direct bloot. Maar Wasima sprak haar studenten aan: “Dit doen we niet in mijn collegezaal. Jullie zijn de bestuurskundigen van de toekomst. Dit soort gedrag past niet in deze zaal, en het past niet in onze samenleving. Ik wil dit niet horen in mijn collegezaal en überhaupt gewoon nergens horen.”
Keerpunt in haar leven
Dit moment was voor Wasima een keerpunt. Ze voelde dat ze niet langer kon doorgaan alsof er niets aan de hand was. Dit was niet alleen een persoonlijke aanval, maar een aanval op wat zij als samenleving wilde zien. Toen ze haar zorgen deelde met haar collega’s – allemaal witte collega’s – merkte ze weinig steun. “Ze begrepen het niet. Het was alsof ze het probleem niet serieus namen, omdat zij zelf niet te maken hadden met moslimhaat. En uiteindelijk, toen ik erachter kwam dat er geruchten waren dat ik misschien niet geschikt was om les te geven vanwege wat mij was overkomen, besloot ik te vertrekken.”
Haar vertrek was niet alleen een verlies voor de Hogeschool, maar een moment van groei voor Wasima. Ze had haar stem gevonden en besloot om haar verhaal te delen met een breder publiek. Ze werd uitgenodigd om haar ervaringen te delen op nationale televisie en merkte hoe de wereld buiten de academische muren meer begrip had voor haar situatie. Wasima’s verhaal is niet uniek, maar het is krachtig. Ze is een vrouw die ondanks de obstakels die haar werden opgelegd, zichzelf niet liet breken. Ze moedigt anderen aan om op te staan tegen vooroordelen en discriminatie. “De eerste keer dat je je uitspreekt, is het eng. Maar het is belangrijk. Laat het ongemak niet bij jezelf liggen, leg het bij de ander terug. Niemand heeft het recht om jou te discrimineren of te kleineren.”
Vrouwen die haar inspireren
Een inspirerende vrouw is voor haar wijlen Maya Angelou, schrijver, dichter en activist. Maya heeft als Zwarte vrouw haar pijn omgezet in kracht, vertelt Wasima. “Haar leven had best wel traumatische gebeurtenissen waar ze op zo'n mooie manier uit is gekomen. Het heeft haar in een hele sterke vrouw veranderd die haar verhaal deelde met de hele wereld.” Ze eindigt haar verhaal met een boodschap voor de vrouwen die soortgelijke uitdagingen ervaren: “Kijk naar jezelf en wees trots op wie je bent. Je hebt het recht om gezien te worden voor wie je echt bent, ongeacht hoe je eruitziet, wat je draagt of anderen van je vinden. Laat niemand je klein maken.”
Wasima Khan is een voorbeeld van veerkracht, van iemand die door de zwaarste tijden heen vocht en de kracht vond om te spreken, zelfs als haar stem werd gedempt door de blik van de samenleving. Haar verhaal is een oproep tot actie, tot begrip en respect voor alle vrouwen die dagelijks strijden tegen de vooroordelen die hen teisteren.
Over
Dit verhaal is onderdeel van het project "41 keer Mashallah" van Handan Tufan. Met het project wil Tufan bewustwording creëren ten aanzien van vrouwelijke veerkracht en diversiteit.

Wasima Khan
Wasima Khan is jurist en woont in Amsterdam.