Ode aan Fiep WestendorpTeken je een weg door het leven

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Teken je een weg door het leven
Ik vroeg mijn volgers op Instagram vorige week: ‘Ga eens na hoeveel illustratoren je uit je hoofd kan opnoemen. Wie dacht er aan Fiep? ‘Ik!!’, stemden 75 mensen. ‘Ik niet!!’ stemden 17 mensen. 347 mensen stemden niet. Met deze ontzettend betrouwbare onderzoekstechniek kan ik zeggen dat mijn verwachting is bevestigd. Illustratoren schoppen het niet vaak tot BN-er, maar Fiep Westendorp, die kennen de meesten wel! En dat terwijl haar naam de eerste decennia van haar carrière vrijwel nooit op boekomslagen werd genoemd.
Veel tekenaars bewegen zich het liefst iets meer op de achtergrond. Ze maken de beelden maar zelden de herrie eromheen. Er bestaat ook een vooroordeel dat illustratoren meer de nerdy mensen van de kunstacademie zijn, de verlegen kinderen in hun eigen wereldjes die liever tekenden dan praatten.

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Een dienend vak
Fiep leek zich te kunnen vinden in dit beeld van de illustrator. Ze was vrij bescheiden en noemde het vak gewoon een ambacht. De tekenaar was dienend aan de schrijver en het verhaal. Illustraties maken een verhaal specialer, maar moeten niets verklappen vond Fiep. Daarom probeerde ze zich niet te vaak te laten verleiden het hoogtepunt van een verhaal te tekenen, maar in plaats daarvan het moment er vlak voor of na. Ik werk ook als illustrator en al op mjn eerste boekomslag kreeg ik meteen plekje. Maar soms voelt de illustrator ondergeschikt aan de schrijver in de boekenwereld en ook ondergewaardeerd in de sommige delen van de kunstwereld. Want illustraties zijn meer toegepast en soms commercieel, ojee!
Ook kan ik je vertellen: je verdient als illustrator vaak ongeveer niks. Een groot deel van je werk is vrijwilligerswerk. En dan heb je nog je eigen zingeving. Want het is soms best lastig goed te praten aan jezelf: de wereld vergaat en ik zit hier in mijn studio feedback van een schrijver te verwerken over de vorm van de caviakeutels. Of de kakjes wat langwerpiger konden? Graag met een puntje aan het einde. Je zou nu misschien denken waarom zou je ooit een illustrator willen zijn? Maar tekenen is het leukste wat er is op de wereld en dat vond Fiep ook. Dit is het moment om even wat herrie te maken en illustratoren op de voorgrond te zetten. Dit is een ode aan Fiep Westendorp!

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Piekhaartjes
Illustraties zijn de eerste beeldtaal die je veel ziet als kind. Ik heb altijd het gevoel dat de afbeeldingen die je in je jeugd ziet je smaak en manier van kijken voor de rest van je leven beïnvloedt. Generaties van kinderen zijn opgegroeid met de gezellige wereldjes van Fiep Westendorp, zo ook ikzelf in de jaren negentig. Mijn lievelingstekeningen als kind waren die in Pluk van de Petteflet die mijn ouders aan me voorlazen.
De tekeningen waren toen al zo’n dertig jaar oud, maar ik smulde van Fiep’s speels stijl, van de humor in de houdingen en de verraste expressies in de gezichten. Van de gekke hakschoentjes, de heel grote dikke of heel kleine dopneuzen en de piekhaartjes waar ik even met mijn vingers doorheen wilde aaien. Fiep lapte de regels van perspectief aan haar laars, maar precies op de juiste manier. Ik heb me voor deze ode nooit zo gerealiseerd hoezeer het zaadje voor mijn stijl hier moet zijn gepland.
“Fiep’s illustraties zijn niet zomaar versieringen, het helpt ons focussen op grappige details in het leven, het brengt ons het plezier van herkenning.”
Karakters uit het dagelijks leven
Verwondering over het dagelijkse bestaan past bij Fiep’s werk. De wereld is juist ook in haar eenvoud ontzettend grappig en bijzonder als je maar goed kijkt! Fiep scheen in haar tekeningen licht op grappige details waar veel mensen zomaar voorbijlopen. Ze keek veel om zich heen, scheen een fotografisch geheugen te hebben en tekende graag mensen. Als ik een grappig karakter op straat zie dreun ik onderweg op de fiets lijstjes op tot ik het kan tekenen: grote hoed, krullerige snor, lange vingers, mopshondje. Inmiddels werkt het ook andersom, dat mensen tegen me zeggen: ‘Ik zag iemand lopen, het was precies een illustratie van jou!’. Of: ‘Ik voel me net een Fiep dametje met deze hakschoentjes aan.’
Fiep’s illustraties zijn niet zomaar versieringen, het helpt ons focussen op grappige details in het leven, het brengt ons het plezier van herkenning. Een van de leukste dingen aan tekenen is als je precies weet te grijpen wat andere mensen voelen.

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Grotemensentekeningen
Mensen noemen de stijl van Fiep vaak kinderlijk maar ze tekende ook zeker voor volwassenen. In de jaren zeventig maakte Fiep een omslag voor een feministisch boek van Harriët Freezer. Mensen klaagden dat ze de speelse kinderlijke stijl niet vonden passen bij de zware inhoud. Jammer vind ik dat, want het onderscheid tussen serieuze realistische tekeningen voor de grote mensen en speelse tekeningen voor de kleine, daar ben ik het gewoon niet mee eens!
Waarom stoppen veel mensen met spelend tekenen? Met genieten van geïllustreerde boeken als ze de twaalf zijn gepasseerd? Ik geloof dat illustraties perfect kunnen werken om een beetje lucht en humor brengen aan zware thema’s. Daar lag ook Fiep’s kracht, bijvoorbeeld in de artikelen op de vrouwenpagina in het Parool in de jaren vijftig en zestig. Ze maakten wel 1500 tekeningen bij de maatschappelijke artikelen over bijvoorbeeld inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen, of de paniek over het tekort aan mannen om mee te trouwen.
Pas op voor adders!
Fiep en ik leefden twaalf jaar tegelijk. Haar carrière vond plaats in een andere tijd. Het illustratievak uitoefenen was als vrouw destijds extra speciaal. Als enige vrouw pakte ze in de jaren dertig de bus naar de academie. Haar Christelijke ouders moesten even slikken toen ze dat ze daar naakte lichamen zou gaan modelschilderen. Na haar afstuderen kwam ze terecht in de reclamewereld en ook daar waren weinig vrouwen te bekennen. Fiep trouwde niet en werkte hard om rond te komen als vrouw alleen in die tijd. Mijn oma’s zijn zo’n 25 jaar jonger dan Fiep. Zij trouwden op jonge leeftijd en kregen vroeg kinderen. Ze hebben genoten van hun leven maar soms vonden ze het ook jammer dat ze wat minder vrijheid hadden.
Ik moet denken aan een tekst van Harriët Freezer, waarbij Fiep een tekening maakte in het Parool:
Meisjes, jullie kunnen nu wel een hoop plannen maken, maar opgepast! Er schuilt een
adder onder het gras: de man! Negentig procent van de vrouwen zijn getrouwd
voordat ze pap kunnen zeggen, laat staan koken, houdt daar dus rekening mee.
Zorg dat je er wat van maakt voor je aan je uitzet werkt. Gebruik je vrijheid
zolang je die hebt. Reis, lees, leer, werk en kijk rond zolang je nog los
rondloopt. Die vrijheid krijg je pas weer terug als je weduwe bent, en dat lieve meisjes, kan nog heel lang duren!

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
De hele dag tekenen
Meerdere boeken schrijven over Fiep dat ze voor geen man het illustratievak wilde opgeven. En ik kan dat nu wel vrolijk herhalen in deze ode, maar ik heb natuurlijk eigenlijk geen idee hoe dit werkelijk voor haar was. Ik ben wel heel nieuwsgierig! Wat ik wel met overgave durf te zeggen, is dat tekenen haar reden van bestaan was. Het liefst zat ze op haar zolderkamertje (dat ze haar hemeltje noemde) te schilderen. Dat herken ik. Ook als mij nare dingen overkomen heb ik vertrouwen dat ik mezelf een weg door het leven te tekenen. Wat er ook gebeurt: het komt goed zolang ik kan tekenen!
“Ik zou graag een kopje koffie met Fiep drinken en vragen hoe ze wat dat betreft op haar leven terugkijkt”
Ik las dat Fiep het leuk had geleken kinderen te krijgen maar dat het er niet van is gekomen. Ik denk ook vaak na over mijn kinderwens: het lijkt mij ook ontzettend bijzonder om moeder te worden de komende jaren. Maar ergens knaagt het: ik vind tekenen zo leuk dat ik het liefst elke dag de hele dag doe, ook op vakantie, in het weekend en soms in de nacht. Soms vraag ik me af: wil ik die tijd wel opgeven?
Ik zou graag een kopje koffie met Fiep drinken en vragen hoe ze wat dat betreft op haar leven terugkijkt. Hoe dit was als dertiger en hoe haar houding tot het vak zich ontwikkelde toen ze ouder werd. En hoe zat het nou precies met die mannen? Had ze nog zin in het leven toen ze door ouderdom niet meer kon tekenen? Ik hoorde een kenner op de radio zeggen: Fiep’s tekeningen waren haar kinderen! Terwijl ik denk, haar tekeningen waren gewoon haar tekeningen! En ook als je geen kinderen krijgt is dat op zichzelf ontzettend belangrijk en waardevol.

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Vrije vogels
Fiep tekende in haar leven een heleboel vogels. Essayist Kees Fens vond dat Fiep’s mensen de liefste vogelkopjes hebben. Met neuzen als snavels die vrolijk in de lucht steken. Ik las dat Fiep vogels gebruikte om lege plekjes op te vullen. Ze legde haar hand dan op een plekje en zei: ‘Kijk zo was het dus niet goed, er moest precies nog deze vogel bij!’
Vogels staan voor gaan en staan waar je wil. Een vrijheid die ze denk ik vaak heeft gevoeld als ze aan het tekenen was. Want precies dat is zo leuk aan tekenen: je kan je eigen wereldje maken, precies zoals jij het wilt. Je papier is leeg en daarop mag je alles verzinnen wat je wil.

Illustratie door Anouschka Boswijk (Kopfkino illustration)
Periode
1916– 2004
Over
Ode van Anouschka Boswijk aan Fiep Westendorp

Fiep Westendorp
Sophia Maria (Fiep) Westendorp (Zaltbommel, 17 december 1916 – Amsterdam, 3 februari 2004) was een Nederlands tekenares, die vooral bekend werd door de tekeningen van Jip en Janneke.
Tags