Ode aan Bet van BeerenGeweldig voorvechtster voor de vrijheden en rechten van de LHBTIQ+ gemeenschap

Uithangbord van café t Mandje, Collectie Amsterdam Museum
Lieve stoere Bet,
Ik schrijf je deze brief om je te eren als een Amsterdams Stoer Wijffie, ik mag wel zeggen ‘Stoer Wijf’
En dan bedoel ik ‘wijf’ heel positief! Alleen al je naam die je bij je geboorte kreeg, Bet een geweldige voornaam, kort, krachtig en lesbo-achtig. En je achternaam loog er ook niet om, van Beeren en dat ‘van’ vergeten we even niet belangrijk, maar Be(e)ren klopt echt. Jij zag nooit geen be(e)ren op de weg en als die er wel waren dan scheurde je op je motor in je stoere leren jas, kap op je hoofd. Eventueel met een nieuwe liefde achterop, door die be(e)ren heen zodat ze van de weg stoven. Heerlijk en dan in die tijd! En dan hebben we het over 1927 toen jij t’ Mandje overkocht van jouw neef Toon Engelen en ook meteen maar even de naam veranderde.
Van Amstelstroom naar t’ Mandje en je kwam op dat idee omdat je moeder iedere dag je eten bracht in een klein mandje. En zo voelt het daar ook een beetje, als een klein mandje waar je beschut met allerlei vrienden een drankje kan scoren. Je maakte daar een homo-en lesbo kroeg van, een super plek voor mensen die hun geaardheid niet wilden verbergen. Het café werd een belangrijk symbool in de homogeschiedenis voor Amsterdam. Maar iedereen was welkom, zeelieden, hoeren, artiesten, en de gewone burger, kortom iedereen!
Even terug naar jouw achtergrond, je komt uit een gezin met 14 kinderen en al vroeg wist je dat je op vrouwen viel. Echt heel dapper in die tijd. Je hebt het ook nooit onder stoelen of banken geschoven, het is wat het is!
Ik zag een foto van je als klein meisje in zo’n strokenjurkje en inderdaad zo’n lieflijk jurkje paste niet bij jou. Je stond er een beetje ontheemd bij. Niet dat je er niet lief uitzag, zeker maar de stoere kant overheerste toen al. En je was voor den duvel niet bang!
Op de Zeedijk was je al bekend voordat je het t ’Mandje kocht, je ventte daar bokkum en kreeg de bijnaam, Betje Bokkum. Je kende de buurt al heel goed.
In t’Mandje had men wederzijds respect voor elkaar en als iemand zich niet aan de regels hield, die van jou natuurlijk, werd hij of zij, ongeacht wie het was en welke functie je bekleedde in het dagelijkse leven, er aan kop en kont uitgegooid. Aan de bar of elders werd er niet gezoend of geflikflooid. En twee dagen in het jaar mocht er gedanst worden, op Koninginnen en Bevrijdingsdag. Dan werd het biljart uit elkaar geschroefd en aan de kant geschoven en er werd een dansvloertje neergelegd. Je kon er dan dansen met wie je wilde, mannen met elkaar, vrouwen met elkaar, al wilde je met z’n drieën dansen, maakte eigenlijk niet uit, het kon allemaal!
Je had zo je eigen gewoontes, je knipte bij veel mannelijke bezoekers de stropdas af en die werd dan aan het plafond gehangen als souvenir. In het café hingen en stonden overal souvenirs, dat kon een visitekaartje zijn, een kunstgebit of een schoen.
Ook verdween je af en toe als ze het niet meer zag zitten met de smoes, ik ga even een pakje sigaretten halen. Dan ging je op avontuur en kwam dan een paar weken niet meer terug. Zo was jij Bet en je kon je dat permitteren te zijn wie je was en ook nog zeer geliefd te zijn in jouw omgeving. Kom niet aan onze Bet!
“Amsterdams Stoer Wijffie, ik mag wel zeggen ‘stoer wijf’”
De laatste jaren van je leven had je niet zoveel zin meer in het barbestaan en liet je veel over aan jouw 21 jaar jongere zuster Greet. Je settelde je op de hoek van de bar en dat was wat jou betreft een prima plek.
Jij overleed op 65 jarige leeftijd op 16 juli 1967 en je hebt twee dagen opgebaard gelegen op het biljart in jouw zo geliefd café. Zo kon iedereen afscheid van je nemen.
Mijn herinneringen aan t’Mandje gaan terug naar een aantal jaren geleden. Ik was toen hoeden/tassenontwerper, inmiddels fotograaf, en deed mee aan een hoedenshow in de Oba. Daar leerde ik Luna Lunettes kennen, een bekende dame uit de LHBTIQ+ wereld. Zij hield van hoeden en voor een kleine voorstelling geven die ze in t ’Mandje ging geven, vroeg ze mij wat hoeden te leen. Prima natuurlijk en zo kwam ik de eerste keer daar terecht. De tweede keer woonde ik een optreden bij van iemand die met dieren werkte, slangen, krokodillen. Hij zit nu in de bak, was een beetje fout en stout figuur. Ik heb nog een foto waarbij ik met zo’n grote slang om mijn nek sta. Zou ik nooit meer doen, kan echt niet meer! Later heb ik er zelf opgetreden, ik deed mee aan een jazzworkshop, repeteren deden we boven de zaak en later optreden beneden. Echt heel erg leuk zo dicht op en tussen het publiek te zitten en te zingen.
t’ Mandje is 26 jaar dicht geweest omdat jouw zus Greet geen beslissingen kon nemen, wel open, niet open! Maar tijdens de Gay Games van 1998 heeft ze het café, mede uit eerbetoon aan jou en de games, nog een week lang geopend.
Gelukkig bestaat het nog steeds dank zij jullie beide stoere dames die heel erg bij Amsterdam hoorden en horen en hun steentje hebben bijgedragen aan de homo en lesbo wereld in een moeilijke tijd. Helaas in het een lange strijd, zeker op dit moment waarin agressie tegen deze groepen nog steeds bestaat en toeneemt. Beide sterke vrouwen horen bij
Amsterdam en zijn homo wereld. Vandaar mijn ode in de eerste plaats aan jou Bet en t’Mandje! Maar ook Greet heeft haar best gedaan, was populair en had een grote aanhang. Jullie zijn geweldige toffe meiden en horen bij de Amsterdamse geschiedenis!
Periode
1902– 1967
Over
Ode van Lenny aan Bet van Beeren.
Bet heeft vanaf 1927 tot 1967 het café t' Mandje uitgebaat en daarmee haar steentje bijgedragen aan het verbeteren van de rechten van de LHBTIQ+ gemeenschap gemeenschap in Amsterdam.

Bet van Beeren
Elisabeth Maria (Bet) van Beeren (Amsterdam, 12 februari 1902 – aldaar 16 juli 1967) was uitbaatster van Café 't Mandje van 1927 tot haar overlijden in 1967.